Ga direct naar de inhoud.

Division Q: “Creativiteit is een absolute lifeline voor de tuinbouw”

Division Q is een impactinvesteerder in de tuinbouw. Door te investeren in duurzame technologieën, wil het de duurzaamheidsambities van de Koppert Cress Group verwezenlijken, en tegelijk opschaalbare technologie introduceren in de tuinbouw. Circulaire processen staan daarbij centraal. “Wat we doen, moet impact hebben op de footprint”, aldus Bart van Meurs, die leiding geeft aan Division Q.

“Tuinbouw is van zichzelf al erg circulair”, gaat Bart verder. “Dat zit in de DNA van de sector. Het hele idee achter een kas is dat je met een kas meer uit de natuur kunt halen. Je maximaliseert grondstoffen, zoals zonlicht. Veel van onze projecten zijn ook gericht op het opslaan van het teveel aan zon in de zomer, om het tekort aan zon in de winter te dichten. De kunst is om dat tot in het extreme door te trekken.”

Kassenslopers zijn circulair

“De kas zelf is van origine ook al vanuit primitief circulair gedachtengoed ontworpen”, aldus Bart. “Er wordt geen kas weggegooid. Kassen die hier gesloopt worden, worden in Oost-Europa weer opgebouwd. De oorspronkelijke materialen worden zo veel mogelijk hergebruikt. Kassenslopers en kassenbouwers zijn wat dat aan gaat al heel circulair bezig.”

“Nu moeten we kijken of we de input van grondstoffen in een nieuwe kas ook circulair kunnen krijgen, dat zou mooi zijn. En natuurlijk de grondstoffen die nodig zijn om de teelt te verwezenlijken. Fossiele brandstof vervangen door hernieuwbare energie, het irrigatiesysteem gesloten krijgen, op die vlakken zijn we al heel ver. Maar we willen ook de processen rondom verpakkingen en logistiek gaan sluiten.”

Focus

Eén van de taken van Division Q is zorgen dat Koppert Cress Group haar duurzaamheidsambities haalt. “We hebben de footprint van de hele keten van de bedrijven binnen Koppert Cress Group doorberekend”, vertelt Bart. “Dan zie je de hiaten, en die hiaten probeer je weg te nemen. Zo zagen we dat er veel kansen waren op het gebied van verpakkingen en logistiek, dus daar zijn we meer focus gaan leggen.”

Hongkong

“Daarbij moet je ook denken aan secundaire uitstoot, bijvoorbeeld”, legt Bart uit. “Wij hebben geen kas of verkooppunt in Hongkong bijvoorbeeld, maar onze producten worden wel gebruikt in de gastronomie van Hongkong. Dus daar loopt een supply chain heen waar wij geen invloed op hebben. Die secundaire stroom willen we ook binnen onze scope hebben, zodat we ook daar onze impact kunnen verkleinen. Als je je footprint berekend, moet je het ook goed doen en alles meenemen.”

Nieuwe technieken scouten

Innovatie en creativiteit zijn essentieel voor Division Q. “Wij zijn een apart bedrijf binnen de groep”, legt Bart uit. “Wij zorgen voor de operatie van morgen terwijl de operatie van nu volop in bedrijf is. Innovatie en creativiteit zijn absoluut een lifeline, we kunnen niet zonder. Daarom zijn we altijd aan het scouten naar nieuwe technieken, en bedrijven en personen die ons kunnen helpen met ideeën en het verwezenlijken van die ideeën.”

De operatie van morgen

“Bij Koppert Cress is er de waan van de dag en dat moet ook, want uiteindelijk is de productie van de cressen het verdienmodel”, gaat Bart verder. “Tegelijk zorgen wij met Division Q ervoor dat de waan van morgen meer circulair zal zijn. We hebben dus respect voor de dagelijkse operatie in de productie, en tegelijkertijd hebben we de ruimte om nieuwe technieken in volle productie te testen. En die relatie is heel belangrijk, want nieuwe techniek heeft alleen impact op de footprint als het werkt in de praktijk en is op te schalen.”

De nominatie voor de Themaprijs Circulariteit is voor Division Q een teken van waardering. “Dit is fantastisch”, geeft Bart aan. “Het draait bij ons om praktische haalbaarheid van innovatieve ideeën, maar ook om het vertellen van het verhaal van de verduurzamingsslag die nu plaats vindt in de tuinbouw. Dat we genomineerd zijn als één van de vier bedrijven om dat verhaal te vertellen, is een hele eer.”

Lees hier het andere interview met Division Q: “Alles dat we doen, moet impact hebben op de footprint”